Stappenmethode

Op onze club werken we met de stappenmethode van Cor van Wijgerden en Rob Brunia. Met behulp van deze methode leren we jou of jouw kind verschillende schaaktechnische begrippen, tacktieken en strategieën aan. Afhankelijk van de stap waarin je zit leer je bepaalde vaardigheden aan die je inoefent in je werkboekje. Naast dit werkboekje oefen je deze vaardigheden ook in schaakpartijtjes of andere leuke schaakgerelateerde opdrachten.

  •  Stap 1: Je leert de basisbeginselen van het schaken zoals de loop van de stukken, de waarde van de verschillende stukken, op een veilige manier aanvallen, op de juiste manier verdedigen, schaakmat zetten, het begrip ‘pat’, een tweevoudige aanval, ... In deze stap leer je stilaan ook om vooruit te denken (één of meerdere zetten) om de plannetjes van je tegenstander te omzeilen en om stukken van je tegenstander te slaan. Vooruitdenken is immers iets wat binnen het schaken een belangrijke vaardigheid is. 
  • Stap 2: Binnen deze stap leer je goede aanvallen opzetten en materiaal te winnen. Dit kan bijvoorbeeld door een dubbele aanval of een penning uit te voeren of door de verdediging van je tegenstander uit te schakelen. Ook wordt er verder ingegaan op het mat zetten: mat in twee zetten. In deze stap leer je steeds verder vooruitdenken en slaag je erin om mooie aanvalsplannen en combinaties op het bord te toveren.
  • Stap 3 en verder: Binnen stap 3, 4, 5 en 6 creëer je diepgang binnen de reeds geleerde vaardigheden en leer je nieuwe tactieken aan. Je spelinzicht wordt uitgedaagd en vooruitdenken is hierbij nodig om de opdrachten tot een goed einde te brengen. Deze vaardigheden komen goed van pas in je schaakpartijen.